Beugelbekkie

Mies’gebit is een creatief brouwsel. Een bouwwerk als van een architect die een slok kratje teveel op had. Haar melktanden kwamen laat door maar weigeren nu toch echt te vertrekken om zo plaats te maken voor de nieuwe lichting. Haar bovengebit telt hierdoor aan de linkerkant een dubbele rij kiezen en snijtanden. Oude en nieuwe. Elke categorie keurig in een rij. Dat dan weer wel. Haar voortanden steken uit en links in de hoek groeit iets geheel de andere kant uit. Haast horizontaal.

Vorig jaar hadden we met de tandarts afgesproken nog een jaar te wachten met de verbouwing omdat er nog het een en ander los zat (ssst, ik heb het over tanden geen steekjes, *doet “tsk tsk”*). Maar goed, het zit nog steeds los. De tandarts vroeg dus gisteren of hij al een verwijskaart aan de orthodontist (wow, in één keer goed gespeld. Echt *knikt* waar!) moest uitprinten. Mies veerde enthousiast op, wreef in haar handjes en riep blij –voordat wij ook maar iets wisten uit te brengen- uit: ”Jaaaaa!” (*ziet zwaailicht branden en hoort alarmbel;”We hebben een winnaar!”*)

Ik kan me nog herinneren dat je vroeger baalde als een flinke doos vol stekkers wanneer je bericht kreeg dat je een ijzerwinkel in je mond kreeg. (Ik heb het dan zelf nooit gehad maar ik hoorde dat zo bij vriendinnetjes. Dus.) Het liefst wilde je dan een poos onderduiken, liet je de beugel ergens slingeren of peuterde het spul op school uit de mond om bij thuiskomst weer braaf te installeren voordat je het huis binnenging. Nu hoor je er blijkbaar helemaal bij.

In de auto waren Stef en Mies aan het babbelen over die aanstaande beugel. Welke kleur het moest zijn en welke het stoerst zou staan. Plaatjes, buitenboordmotorbeugel, het hele assortiment kwam aan bod. Stef opperde dat het anders ook een nachtbeugel kon zijn. Verontwaardigd riep Mies (terwijl haar het angstzweet uitbrak):”Maar dan kunnen ze hem niet zien!” Dat we waarschuwden door te vertellen dat het dragen van zo’n bekhek waarschijnlijk al na een dag vervelend is bleek haar niet te deren. Alleen nog schoolfoto’s met zo’n weerkaatsing van de flits op het ijzer? Het is praten tegen dovenmansoren (ssst, snel afkloppen, straks moet ze daar ook nog een hulpmiddel! *klopt af *) Ze kan haar geluk niet op!

Nou wij nog! Er moet nog getsjekt worden of we (Marc en ik) beiden een aanvullende verzekering hebben. Dan schijn je het hele ijzeren zaakje (voor een groot deel) vergoed te krijgen. Dat is natuurlijk mooi meegenomen. Zo’n kreng (de beugel, niet Mies) kost toch enkele duizenden euri’s *denkt aan prachtige meubi’s voor op de veranda van de villa*. Morgen even bellen met de betreffende instantie. We kunnen Mies toch niet teleurstellen? Ze heeft immers half MSN-land al op de hoogte gebracht?

Stel je voor zeg. Dan lijkt het net alsof we haar dat niet gunnen.. De gedachte alleen al…

Die kan toch écht niet door de beugel*???

*Beugelbehaslashbeugelflesslashbuitenboordbeugelslashbuikspierbeugel**

** doorhalen wat niet van toepassing is.

Over watzegjemenou

Het betreden van deze weblog (www.watzegjemenou.wordpress.com) is op eigen risico. Ik stel me niet aansprakelijk voor hartkwalen, kromme tenen of psychische aandoeningen na het lezen van deze logjes ;-) Een reactie achter laten is altijd leuk. Vergeet echter niet: Wat u schrijft kan en zál tegen u gebruikt worden, ghehehe.
Dit bericht werd geplaatst in Alle logjes van 2006. Bookmark de permalink .